Monday 13 July 2009

Een bonte rij joodse anarchisten


Wie marxisme en bevrijdingstheologie met elkaar in verband brengt, heeft in ieder geval niets van het marxisme begrepen - en zoals Jacques Ellul krachtig en overtuigend betoogd heeft, ook niets van het Evangelie. Als er aan het christelijk geloof politieke consequenties zijn te verbinden, dan in de anti-politiek van het anarchisme. Michael Löwy heeft een populair werkje over 'bevrijdingstheologie' geschreven, maar Löwy is niet zomaar afgedaan.

Als je de beschouwingswijze die hij toepast in Rédemption et utopie terugprojecteert constateert hij een Wahlverwandtschaft tussen bevrijdingstheologen en marxisten. "Wij anarchisten" kunnen daarover onze schouders ophalen. Dat kunnen we niet als Löwy diezelfde verwantschap-door-keuze constateert bij een selectie joodse denkers (het zijn allemaal mannen) met mystieke of messianistische inslag enerzijds en het anarchisme anderzijds. Ik ben geneigd te zeggen dat hij zich op terrein begeeft waar hij bevoegder geacht mag worden te zijn, als jood en zoeker naar wegen naar bevrijding. Uit het boek kan ik niet concluderen dat hij zelf voor Wahlverwandtschaft met anarchisme kiest. Maar in zijn inventarisatie wijst hij de weg naar gedachten en namen die voor een groot deel nieuw voor mij zijn in dit verband. Denkers die mij sympathiek zijn, en die ik niet zomaar met het anarchisme in verband zou brengen, worden in zijn Wahlverwandtschaft-gezelschap opgenomen. Na het lezen van dit boek van Löwy kan ik mijn voorliefde voor Fromm, Benjamin en de Frankfurter Schule met mijn eigen keuze voor het anarchisme en interesse in het religieus-anarchisme met elkaar verbinden. Synthese, dat is altijd prettig.

Van de Israëlische kritisch-theoreticus Ilan Gur-Zeëv vernam ik in een lezing dat Herbert Marcuse als doel van de revolutie de afschaffing van de lineaire tijd zag. Deze gedachte komt ook voor in de laatste geschriften van Benjamin, en Marcuse zinspeelt er in zijn bijdrage aan Dialectics of liberation zeer bevlogen op. In zijn nagelaten papieren zou het thema veel meer opduiken. Ik heb er nog nauwelijks kennis van genomen, maar ik geloof het graag. We zijn hier bij een thematiek die meer verdient dan een enkele beschouwing naar aanleiding van een boek - het is inderdaad een gedachte die, of een doel dat bij het eschatologische streven van (religieus-)anarchisme past. En het past blijkbaar eerder bij de joodse traditie dan bij de christelijke.

Marcuse wordt niet apart genoemd door Löwy, en Adorno en Horkheimer maar in het voorbijgaan, en het is ook wel gewaagd mensen die zich steeds van "het anarchisme" gedistantieerd hebben, en zich eigenlijk als marxisten zagen, zelf tot verwanten van alle anderen te kiezen. Het aardige van Löwys boek is echter dat hij die verwantschap als onontkoombare conclusie aankondigt. En laten we wel wezen: de Frankfurters beroepen zich wel op Marx, maar hebben nooit in de pas gelopen met een van de partijen die tot de nalatenschap van Marx heten te behoren. Strikt genomen zou men Marx zelf, in zijn beste ogenblikken, als behorende in het gezelschap dat Löwy opvoert kunnen opvatten. Zo ver gaat Löwy niet. "Wij" kunnnen ons afvragen of we de "libertaire Marx" niet uit de dreigende ondergang moeten redden. Maar terug naar Löwys inventarisatie.

Dat Buber, Landauer en Kafka zowel in een joods als een anarchistisch paradigma vallen, wist ik of had ik kunnen vermoeden. Toller en Sperber - ook niet geheel verrassend. Heterodoxe marxisten als Bloch en Lukács, die "het anarchisme" nooit helemaal hebben afgeleerd (evenmin als de joodse eschatologie) - nu ja, zo ver staan ze niet van de Frankfurters af. Zie dan ook: Leo Löwenthal. Maar ze zijn lid geweest van een partij die zich De Partij waande. Het zij hun vergeven, met de nodige aarzeling. Voor mij geheel nieuwe namen waren Franz Rosenzweig en Gershom Scholem, uitgesproken mystici - ik had eerlijk gezegd nog nooit een gedachte van belang besteed aan de kabbala, laat staan dat er hier een rijkdom aan libertaire gedachten te vinden zou zijn. Een wereld, of een nieuwe dimensie - tja, hoe druk je dit uit - diende zich aan bij het lezen van de desbetreffende hoofdstukken.

Waarom deze combinatie van joodse mystiek en anarchisme speciaal in Midden-Europa tot stand kwam vind ik niet aannemelijk uitgewerkt door Löwy. Hij vermeldt een Westeuropese, Franse uitzondering die bij de Wahlverwandtschaft zou horen: Bernard Lazare. Zou Simone Weil, zeer geïnteresseerd in christelijke mystiek - evenals Fromm, Landauer en nog andere wel genoemden - maar nooit overgelopen, en anarchiste met licht marxistische inslag, niet zeker zo passend zijn? Hoe Middeneuropees is dit joodse anarchisme? Wat te denken van de Engelse radiorabbijn Lionel Blue bijvoorbeeld, die in ether en boek nogal anarchistisch aandoet? En Nederland heeft ook joodse religieus-anarchisten gekend: over S. van den Berg (Jan Boezeroen) heb ik zelf op deze site geschreven.

Maar goed, het zijn vragen die ik zonder Löwys werk niet gesteld zou hebben, dus het is wat kniesorig. In het Amsterdamse antiquariaat De Kloof bevond zich de stapel met de Engelse vertaling van Löwys boek, daarnaast lag - toen ik voor enkele collega-AS-redacteuren wat exemplaren scoorde - een praktische inleiding in de kabbala van rabbijn David A. Cooper (nee, dat is niet die schrijver uit Dialectics of liberation, naar mijn weten): God is a verb. Rosenzweig's Stern der Erlösung is leverbaar als Suhrkamp-uitgave en is bij Bijleveld in het Nederlands vertaald. Aan het werk! En zie ik daar aan het einde van de tunnel niet een verzameling kapotte klokken, die het einde van de lineaire tijd aankondigen?

- Michael Löwy, Redemption and utopia - Jewish libertarian thought in Central Europe - a study in elective affinity. Londen: The Athlone Press.

No comments:

Post a Comment